Hypnotherapie

Hypnotherapie is de (medisch) therapeutische toepassing van het verschijnsel hypnose. Dit verschijnsel was al in de oudheid bekend en beschreven. Inmiddels is er ook veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, zodat het beter dan ooit beschreven en toegepast kan worden.

Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld, dat de hypnosetoestand een unieke bewustzijnstoestand is. De bewustzijntoestand is duidelijk anders dan als men wakker is of slaapt. De naam - van het Griekse woord ‘hypnos’ voor ‘slaap’ - is dus ook eigenlijk niet juist.

Bij deze toestand horen speciale technieken: de inductietechnieken, die helpen om in de hypnosetoestand te gaan en de deductietechnieken, die helpen om de toestand weer in te ruilen voor de ‘wakkere’ toestand. Verdiepende technieken helpen mensen dieper in hypnose te gaan of er goed in te blijven.

In de hypnosetoestand maakt een mens veel meer gebruik van de rechterhersenhelft. Hierdoor kunnen problemen anders dan rationeel – door de linkerhersenhelft - worden bezien. Op deze manier kunnen andere en diepere inzichten worden verkregen en nieuwe oplossingen gevonden. Herbeleving, beelddenken en intuïtief weten worden gemakkelijker bereikt in hypnose. Daarbij krijgt het rationele denken een ondersteunende rol.

Herkomst

Het verschijnsel hypnose wordt al beschreven in de eerste geschiedschrijving van ons mensen. Veel wereldbeschavingen waren op de hoogte van hypnotische verschijnselen. Indiaanse sjamanen, Grieken en Egyptenaren uit de oudheid, tonen ons voorbeelden van oude toepassingen van de hypnosetoestand om gezondheid en welzijn van mensen te bevorderen.

De hedendaagse therapeutische toepassing van hypnose vindt haar begin in de 18e en 19 eeuw op het Europese continent. Hier ontwikkelde het zich via mesmerisme of dierlijk magnetisme (F.A. Mesmer 1734-1815 in Oostenrijk, later Frankrijk) steeds verder in de richting van ‘hypnotisme’ – een naam die werd bedacht door J. Braid (1795-1860) in Engeland. In diverse landen - ook Nederland - deden veel mensen, meest artsen, hun uiterste best het verschijnsel wetenschappelijk te doorgronden en in te zetten voor medische en therapeutische doeleinden.

Toen in de 20e eeuw de psychologie als wetenschap opkwam, namen psychologen dit onderzoek en de toepassing ervan over. Een bekende naam is E.R. Hilgard met zijn onderzoek en publicatie op de gebieden van zowel ‘leren’ als ‘hypnose’. In 1955 werd hypnose officieel erkend als wettig medisch middel door de British Medical Society, waarna de American Medical Association in 1958 ook tot erkenning over ging.

Toepassing

Er zijn zeer veel manieren waarop hypnose therapeutisch en medisch kan worden ingezet. Hypnose is in het verleden zelfs gebruikt als verdovingshulp bij operaties. Therapeutische technieken van diverse psychologische stromingen kunnen in de hypnosetoestand worden toegepast. Het voordeel van het inzetten van hypnose bij therapie is, dat er sneller resultaten kunnen worden geboekt dan zonder.

Ook binnen mijn werk merk ik dat hypnose sneller tot resultaten leidt, daarnaast brengt het ook meer verdieping en inzicht. Dit maakt de toepassing van hypnose in mijn werk zeer aantrekkelijk.

Hypnose zet ik in als hulpmiddel bij diverse problemen, zoals slaapstoornissen, angsten, depressieve klachten, psychosomatische pijnklachten, seksueel- en anderszins traumatische ervaringen, rook- en eetverslavingen, spanningsklachten en onzekerheid.